Otakar Vávra's Heksenhamer, mede geschreven door Ester Krumbachová (Madeliefjes, Paradijsvruchten) naar Václav Kaplický's roman uit 1963, verhaalt over de reeks beruchte Tsjechische heksenprocessen uit de 17e eeuw, gevoerd aan de hand van de beruchte Malleus Maleficarum (de Heksenhamer uit de titel), het katholieke traktaat over hekserij dat de uitroeiing van heksen goedkeurt en daarvoor een gedetailleerde juridische en theologische theorie heeft ontwikkeld. Het is een krachtige en vaak schokkende allegorie van het leven onder een totalitair bewind, dat gebruik maakt van echte rechtbankafschriften van de gedwongen bekentenissen van degenen die beschuldigd worden van tovenarij en heulen met de duivel.Met echo's van Bergman en Franti ek Vlá il, en met literaire antecedenten in Arthur Miller's The Crucible en Aldous Huxley's The Devils of Loudon, is het een verontrustende politieke fabel; en net als Ken Russell'van Huxley, The Devils (1971) en andere films uit die periode, zoals Michael R